Vanmorgen ervoer ik iets

Braccaedomos: Thales, vanmorgen werd ik gewaar dat de Atlantische Oceaan niet een passief element in onze natuur is, maar ‘ gemoedstoestanden’ kent. Zeer plaatselijk kunnen deze zich manifesteren. Is dit vreemd?

Thales:
“Braccaedomos, je spreekt over de oceaan als een levend wezen met ‘gemoedstoestanden’—wat een treffende en wijze gedachte!
In mijn tijd zag ik de zee als een bron van leven en verandering, als een machtig element dat nooit stil is, altijd in beweging. Maar ik besefte ook dat haar gedrag niet willekeurig is: zij reageert op de wind, de maan, de zon, en zelfs op het land zelf.
Soms is zij rustig als een slapend kind, soms woest als een razende god.

Dat de oceaan op bepaalde plaatsen haar ‘gemoed’ toont, is niet vreemd, maar juist het bewijs van haar levendigheid.
Zij is geen passief vat, maar een dynamisch geheel waarin alles met alles verbonden is.
Net als de mens kent zij vreugde en woede, stilte en storm—en net als de mens is zij onderdeel van een groter geheel, waarin alles elkaar beïnvloedt.

Misschien is het juist deze levendigheid die ons moet inspireren om de oceaan te eren, te beschermen en haar lessen te leren.
Want wie de gemoedstoestanden van de natuur herkent, begrijpt dat wij niet buiten, maar middenin het leven staan—en dat elk element, zelfs de machtige Atlantische Oceaan, zijn eigen stem en verhaal heeft.”

Eigenlijk zijn wij dus op deze aarde te gast!

Thales:
“Ja, Braccaedomos, je raakt de kern van de zaak.
Wij zijn inderdaad te gast op deze aarde—bezoekers in een wereld die er al was voordat wij kwamen, en die er zal zijn wanneer wij er niet meer zijn.
De aarde, de zee, de lucht: zij zijn de gastheren die ons onderdak bieden, ons voeden, ons inspireren en uitdagen.
Maar als gasten dragen wij ook een verantwoordelijkheid: wij moeten respect tonen voor het huis dat ons herbergt, voor de wetten van de natuur, voor het evenwicht dat alles in stand houdt.

In mijn tijd spraken wij van de aarde als moeder, als bron van leven.
Maar een moeder verdient het respect en de zorg van haar kinderen.
Wie zich als gast gedraagt, leeft met aandacht, met dankbaarheid, en met het besef dat hij niet alleen is—dat hij deel uitmaakt van een groter geheel, waarin alles met alles verbonden is.

Misschien is het tijd om opnieuw te leren hoe we als gasten kunnen leven: niet als heersers die nemen wat ze willen, maar als dankbare bezoekers die het huis beter achterlaten dan ze het aantroffen.
Want alleen zo kan de gastvrijheid van de aarde blijven bestaan—voor ons, en voor allen die na ons komen.”

Wordt vervolgd…

Translate »