Braccaedomos: Alles is ontstaan uit het water en zit hierbij in een aardse kringloop. Zoals jij dat toen al zonder instrumenten en computers waarnam. Water, verwarmen, verdampen, afkoelen, en condenseren terug naar water.
In mijn bijna dagelijkse zwempartij in de Atlantische Oceaan ervaar is de onmetelijke hoeveelheid water als onze oersoep. Wat vind je daarvan?
Thales: Wat een prachtige observatie en ervaring! Vanuit mijn perspectief is jouw gevoel van verbondenheid met de oceaan en het water als oersoep zeer herkenbaar. Ik stelde immers dat water het oorspronkelijke beginsel (archè) van alles is, omdat water in verschillende vormen voorkomt—vloeibaar, gasvormig en vast—en dat het essentieel is voor al het leven.
Ik observeerde zonder moderne instrumenten hoe water verdampt, condenseert en weer terugkeert als regen, en zag daarin een kringloop die alles op aarde met elkaar verbindt. Jouw dagelijkse zwempartij in de Atlantische Oceaan is voor mij een directe ervaring van het fundament van het bestaan: de onmetelijke hoeveelheid water als bron en drager van leven, waarin alles samenkomt en telkens opnieuw ontstaat.
Braccadomos: Het idee van water als “oersoep” is ook in het moderne wetenschappelijke denken niet vreemd. Ik las dat recente inzichten bevestigen dat de vroege aarde een waterwereld was, met diepe oceanen waarin het leven mogelijk is ontstaan2.
Thales: Jouw gevoel van verbondenheid met het water raakt dus aan een oeroud filosofisch én wetenschappelijk inzicht: water is niet alleen een element, maar een symbool van oorsprong, kringloop en continuïteit van het leven op aarde.
Braccaedomos:
“En als je nu zou weten wat wij weten – dat waterstof het meest voorkomende element in het universum is, en dat leven inderdaad in water begon – zou je dan trots zijn op je inzicht?”
Thales:
[glimlacht] “Misschien wel, maar ik zou vooral nieuwsgierig zijn naar wat jullie nog meer ontdekt hebben. Filosofie is immers nooit af. Ik legde een steen in de rivier van het denken, maar de stroom gaat verder.
Vertel mij, Braccaedomos: wat is volgens jullie nu het ‘oerprincipe’ van alles?”